Hoe werkt het?

De meeste volwassen type 1 diabetici hebben een dagelijkse insulinebehoefte van 0,5 tot 0,8 eenheden insuline per kilogram lichaamsgewicht. Ongeveer de helft hiervan wordt toegediend in de vorm van langwerkende insuline om aan de basisbehoefte van het lichaam te voldoen. De andere helft wordt toegediend in de vorm van kortwerkende insuline tijdens de maaltijden om ervoor te zorgen dat de geconsumeerde koolhydraten goed worden opgenomen. Het kan zijn dat je arts hiervoor vaste insuline hoeveelheden heeft voorgeschreven, of dat je gewend bent steeds dezelfde insuline hoeveelheden te gebruiken.

Een betere bloedsuikerregulatie is mogelijk wanneer je zelf regelmatig je bloedsuikerwaarden meet en deze informatie gebruikt om je insulinedosis naar bevind van zaken aan te passen. Je kunt er bijvoorbeeld toe overgaan de kortwerkende insulinedosis ID voor een maaltijd met een hoeveelheid koolhydraten K te berekenen met de volgende formule:

eq_1

Hierbij is SS de bloedsuikerstreefwaarde waar je een aantal uren na de maaltijd graag op uit wil komen, en S0 de gemeten bloedsuikerwaarde voor de maaltijd. Verder gebruik je een vaste bloedsuikercorrectiefactor B welke aangeeft hoeveel insuline nodig is om een afwijkende bloedsuikerwaarde te corrigeren, en een koolhydraatratio KR die aangeeft hoeveel koolhydraten per eenheid insuline gegeten kunnen worden. Het kan zijn dat je in overleg met je arts alleen je basale behoefte aan langwerkende insuline eenmalig proefondervindelijk hebt vastgesteld, en dat je met bovenstaand bolusschema, waarbij je in overleg met je arts de te gebruiken koolhydraatratio en bloedsuikercorrectiefactor hebt bepaald, goede bloedsuikerwaarden weet te bereiken.

Toch kan je met deze veelgebruikte bloedsuikerregulatiemethode nog tegen een aantal beperkingen aanlopen.

Om deze beperkingen te kunnen ondervangen gebruikt de SugarPal Diabetes Manager applicatie een eigen bloedsuikerregulatiemethode met een aangepaste formule om de insulinedosis ID te berekenen:

eq2

Hierbij is Io de basisinsulinebehoefte. Dit is de insuline die je nodig hebt om de normale hoeveelheid koolhydraten K0 in je maaltijd te verwerken. In deze vorm kan de formule ook worden gebruikt voor de langwerkende insuline. SugarPal bepaalt zelf je basisinsulinebehoefte Io voor je aan de hand van je bloedsuikermetingen. Deze is per maaltijd verschillend. Het kan bovendien zo zijn dat deze bij jouw, net zoals dat bijvoorbeeld bij mij het geval is, over een periode van maanden nogal wat varieert.

basislijnen

Je dagelijkse basisinsulinebehoefte kan over een periode van maanden nogal variëren. Dit blijkt wanneer je het scherm draait om de lange termijn bloedsuiker of de insuline trends te laten zien. Deze overzicht's grafieken komen na enkele dagen gebruik beschikbaar.

Omdat de verschillen in koolhydraatinname bij de maaltijden vaak beperkt zijn kan er een enkele incrementele koolhydraatratio gebruikt te worden. Deze is gedefinieerd als de extra koolhydraten die na een extra eenheid geïnjecteerde insuline gegeten kunnen worden.

Wanneer de bloedsuikerwaarde is verhoogd zal een bepaalde hoeveelheid insuline ervoor zorgen dat er gedurende de werkingsduur van deze insuline meer glucose door het lichaam wordt opgenomen dan wanneer de bloedsuikerwaarde normaal is, simpelweg omdat er dan meer glucose hiervoor beschikbaar is. Er zou dus eigenlijk een bloedsuikerwaarde afhankelijke bloedsuikercorrectiefactor gebruikt moeten worden, zodat de insulinedosis meer verminderd wordt als de bloedsuikerwaarde te laag is dan dat deze verhoogd wordt als de bloedsuikerwaarde te hoog is. Om dit te realiseren wordt de bloedsuikercorrectiefactor Bcf in de SugarPal Diabetes Manager applicatie gedefinieerd als de hoeveelheid insuline nodig om de bloedsuikerwaarde met een factor 2,7 te verlagen. Dit in tegenstelling tot de traditionele bloedsuikerregulatiemethode waarbij de bloedsuikercorrectiefactor is gedefinieerd als de hoeveelheid insuline nodig om de bloedsuiker met een bepaalde waarde te verlagen.

Wanneer je gewend bent vaste insuline hoeveelheden te gebruiken kan je in principe alle instellingen op hun beginwaarden laten staan als je de applicatie gaat gebruiken, zodat SugarPal Diabetes Manager je basisinsulinebehoeftes zelf kan bepalen. Als je de applicatie enkele dagen hebt gebruikt is het verstandig de onderstaande instellingen te verifiëren en eventueel aan te passen:

  1. Bloedsuikerstreefwaarden
  2. Vaste of variabele koolhydraten
  3. Koolhydraat ratio en bloedsuikercorrectiefactor
  4. Insulinewerkingsduur

Bloedsuikerstreefwaarden

Je bloedsuikerstreefwaarden kan je bij Instellingen - Gebruikers - Medicaties aanpassen. Afhankelijk van je persoonlijke situatie kan je hiervoor een wat lagere of juist een wat hogere waarde kiezen binnen het door deskundigen geadviseerde bereik. Je moet hier per insulinedoseermoment aangeven hoeveel koolhydraten meestal worden gegeten en na welke tijd je een bepaalde bloedsuikerwaarde wilt bereiken. Het is handig om daar ongeveer het volgende doseermoment voor te kiezen. Hieronder ziet je een voorbeeld van waardes die je zou kunnen kiezen. De kortwerkende insuline wordt hier voor het ontbijt en de lunch, maar na het diner geïnjecteerd. Bent je gewend op andere tijden te eten en insuline te injecteren dan moet je de waardes in de kolom “Na” misschien aanpassen.

Tijd Naam Koolhydraten Streefwaarde Bereik Doel Na
08:00 ontbijt 100 7 mmol/L 5,5-7,5 6,5 4 uur
12:00 lunch 125 6,5 mmol/L 4,5-7,5 6 6 uur
18:00 diner 120 6 mmol/L 4,5-7,5 7,5 4 uur
23:00 nacht 0 7,5 mmol/L 6,5-8 7 8 uur

Aanbevolen bloedsuikerstreefwaarden in mmol/l

Vaste of variabele koolhydraten

Je bent misschien gewend bij iedere maaltijd min of meer de zelfde hoeveelheid koolhydraten te eten. Het is aan te raden deze waarde bij Instellingen - Gebruikers - Medicaties - Normaal aan te passen, zodat SugarPal deze kan gebruiken bij het bepalen van je basisinsulinebehoefte. Wanneer je bij een maaltijd steeds de zelfde vaste hoeveelheid koolhydraten eet kan je met de schakelaar "Koolhydr." de mogelijkheid om het aantal koolhydraten bij de maaltijd in te voeren uitzetten. Hierdoor worden altijd je "normale" koolhydraten gebruikt en kan je sneller je insulinedosis kiezen. Over het algemeen kan je echter een betere bloedsuikerregulatie bereiken wanneer je het aantal koolhydraten in de maaltijd zorgvuldig afschat en hiermee rekening houd bij het doseren van de insuline. Hiervoor moet je met de schakelaar "Koolhydr." de mogelijkheid om het aantal koolhydraten bij de maaltijd op te geven aanzetten. Het gebruik van een aparte koolhydraten teller applicatie kan hierbij handig zijn.

Koolhydraat ratio en bloedsuikercorrectiefactor

De koolhydraatratio en bloedsuikercorrectiefactor kan je bij Instellingen - Gebruikers - K/I ratio en Instellingen - Gebruikers - BCF aanpassen. Omdat de koolhydraatratio alleen gebruikt wordt om aanpassingen in de insulinedosis te berekenen wanneer je afwijkt van je gebruikelijke hoeveelheid maaltijd koolhydraten, kan je hiervoor een hogere waarde kiezen als in de traditionele bloedsuikerregulatiemethode.

Om de voor jouw meest geschikte koolhydraatratio te bepalen moet je de hoeveelheid koolhydraten in de maaltijden delen door de hoeveelheid kortwerkende insuline die je meestal nodig hebt om je bloedsuikerwaarden goed te houden. Wanneer daar voor iedere maaltijd een ander getal uit komt is het aan te bevelen de hoogste waarde te nemen. Afhankelijk van je insuline gevoeligheid zal deze meestal tussen de 10 en 25 liggen.

De bijbehorende bloedsuikercorrectiefactor Bcf kan je afschatten uit je gewicht Wkg (in kilo's) en je koolhydraatratio KR met de formule:

formule

of aflezen in de onderstaande grafiek:

bckplot

Aanbevolen bloedsuikercorrectiefactor (BCF) en koolhydraatratio (KR) voor verschillende lichaamsgewichten

Doordat de bloedsuikercorrectiefactor in de SugarPal Diabetes Manager applicatie is gedefinieerd als de hoeveelheid insuline die je nodig hebt om de bloedsuikerwaarde met een factor 2,7 te verlagen maakt het voor deze correctie factor niet uit of je je bloedsuikerwaarden in mmol/l of mg/dl bijhoudt.

Houd er rekening mee dat je de hier voorgestelde waardes voor de koolhydraatratio en de bloedsuikercorrectiefactor voor je persoonlijke situatie misschien nog wat moet aanpassen. Dit zal zeker het geval zijn wanneer je nog een eigen insulineproductie hebt. Uit veiligheid's overwegingen wordt daarom bij het eerste gebruik een nogal kleine bloedsuikercorrectiefactor en een nogal grote koolhydraatratio ingesteld zodat de geadviseerde aanpassingen in insulinedosis klein zullen zijn.

Insulinewerkingsduur

Als je bijvoorbeeld Lantus gebruikt in plaats van Levemir moet je onder Instellingen - Gebruikers - Medicaties behalve de naam ook de werkingsduur van deze insuline aanpassen. De SugarPal Diabetes Manager applicatie houdt bij het bepalen van de verwachte bloedsuikerwaarden rekening met een geleidelijk dalende insuline activiteit, en gaat er van uit dat 63% van het bloedsuiker verlagende effect van de insuline tijdens de met "Actief" aangegeven periode optreed, en 37% erna. Voor de meest gebruikelijke kortwerkende en langwerkende insulines worden de hier onderstaande tijden geadviseerd:

Type Insuline Actief
snel Humalog 2 uur
Novolog
Novorapid
kort Actrapid 3 uur
Humulin
Novolin
lang Insulatard 18 uur
Ultralente
zeer lang Lantus 20 uur
Levemir 12 uur

Raadpleeg de bijsluiter wanneer een door jouw gebruikte insuline soort niet in deze tabel staat.

Insuline doseren

SugarPal rekent in tienden van insuline eenheden om een zo nauwkeurig mogelijk dosis advies te kunnen geven. Met de door mij gebruikte NovoPen Junior insulinepen kan je door de doseerknop voorzichtig terug te draaien voordat je de insuline injecteert deze ook daadwerkelijk tot op een tiende eenheid nauwkeurig doseren. Helaas is deze insulinepen niet meer te verkrijgen, en ben je waarschijnlijk aangewezen op insulinepennen waarbij je op zijn best in halve insuline eenheden kunt doseren. Het is erg jammer dat het nut van preciesere insuline doseringen door geen enkele fabrikant van insulinepennen meer wordt ingezien. Misschien is het marktaandeel van de insuline pomp daarvoor inmiddels te groot. Tenzij je nog een NovoPen Junior insulinepen hebt, zal je de hoeveelheid koolhydraten bij de maaltijd daarom af en toe een klein beetje moeten aanpassen om met een afgeronde insulinedosis toch voldoende dicht bij je bloedsuiker streefwaarde uit te komen. Hiervoor moet je bij de instellingen optie "koolhydr." aanzetten zodat je makkelijk met je koolhydraat hoeveelheden kan spelen.

novopen junior

Deze insulinepennen hebben stapjes van halve eenheden. Ik gebruik ze zelf om er tot op een tiende eenheid nauwkeurig mijn insuline mee te doseren. Helaas zijn ze niet meer te verkrijgen en zal je in plaats daarvan waarschijnlijk een beetje met je koolhydraat hoeveelheden moeten spelen.

Insuline dosis berekeningen

De insulinedosis berekeningen die SugarPal voor je doet zijn in werkelijkheid ingewikkelder als hierboven beschreven omdat er rekening gehouden moet worden met de verschillen in werkingsduur tussen de kortwerkende en de langwerkende insulines. Deze details worden hieronder beschreven zodat je je een goed beeld kunt vormen van wat de applicatie voor je kan betekenen.

Om de invloed van de langwerkende insuline op de juiste manier mee te nemen brengt SugarPal het effect van de laatste 12 insuline injecties in rekening bij het bepalen van de actieve insuline IA in de tijdsperiode tussen 2 bloedsuikermetingen, lopende van t0 tot t1. Hiervoor wordt een exponentiële afname van de insuline activiteit gebruikt evenredig met de werkingsduur d, en vervolgens wordt de actieve insuline berekend met een sommatie over de laatste 12 insuline injecties ID gedaan op tijdstip t.

Er wordt aangenomen dat de tijdsduur waarin de maaltijd verteerd wordt ongeveer overeenkomt met de werkingsduur van de kortwerkende insuline en dat de werkingsduur van de langwerkende insuline past bij de basale insulinebehoefte gedurende de nacht. Dit maakt het mogelijk de insulinebehoefte IB op een vergelijkbare manier te berekenen.

Omdat mogelijkerwijs deze tijdsduren toch niet helemaal overeen zouden kunnen komen is er voorzien in een mogelijkheid verschillen in rekening te brengen. Tenzij je een continue glucose meter hebt en alles precies wilt kunnen instellen, kunnen deze offset parameters oi echter beter op nul blijven staan. De factor Ci brengt een verminderde insulinebehoefte als je wilt gaan sporten in rekening.

Het doel van de behandeling is via insuline injecties de actieve insuline in iedere nieuwe periode af te stemmen op de te verwachten insulinebehoefte IB,n in deze nieuwe periode en tegelijkertijd afwijkende bloedsuikerwaarden te corrigeren. Bij iedere nieuwe insuline injectie wordt de benodigde hoeveelheid nieuwe actieve insuline IA,n daarom als volgt berekend,

waarbij Bcf weer de bloedsuikercorrectiefactor is, SS de bloedsuikerstreefwaarde, en S0 de laatst gemeten werkelijke bloedsuikerwaarde. Bij het bepalen van de hoeveelheid insuline die daarvoor werkelijk geïnjecteerd dient te worden moet rekening gehouden worden met de actieve insuline IA resterende van vorige injecties en met de verwachte werkzame fractie van de huidige dosis. De hiervoor benodigde insulinedosis ID is (met ti=t0):

Dit is de insulinedosis die SugarPal je steeds zal adviseren, omdat je daarmee op grond van de in de applicatie bekende gegevens zo dicht mogelijk bij je bloedsuikerstreefwaarde zult uitkomen. Je bent echter vrij een andere dosis te kiezen.

Zodra je een dosis gekozen hebt zal SugarPal je verwachte bloedsuikerwaarden aanpassen. Deze verwachte bloedsuikerwaarden SV worden berekend met behulp van de laatste gemeten bloedsuikerwaarde S0 uit het verschil tussen de berekende actieve insuline en de berekende insulinebehoefte:

Wanneer je een nieuwe bloedsuikerwaarde invoert, zal SugarPal de verwachte bloedsuikerwaarde voorstellen. Deze hoef je alleen nog maar aan te passen naar de werkelijk gemeten waarde.

Wanneer deze gemeten bloedsuikerwaarde afwijkt van de verwachte bloedsuikerwaarde is dit een indicatie dat de berekende insulinebehoefte niet juist was. De werkelijk gemeten insulinebehoefte IB,m kan worden berekend uit deze laatste bloedsuikermeting Sm en je laatste bloedsuikermeting S0 voor je laatste insuline injectie met:

Deze gemeten insulinebehoefte kan vervolgens naar keuze worden gebruikt voor een herberekening van de basisinsulinebehoefte, van een eventuele sportcorrectiefactor C, of van de werkelijk ingenomen hoeveelheid koolhydraten. Als je geen keuze maakt zal SugarPal aannemen dat de je opgegeven hoeveelheid koolhydraten ook werkelijk gegeten hebt, en de gemeten insulinebehoefte IB,m na correctie voor de resterende insuline behoefte IB van de voorgaande maaltijden gebruiken voor een herberekening van de basisinsulinebehoefte I0 met de formule:

of voor een herberekening van de sportcorrectiefactor C, zodat je bloedsuikerwaarde een volgende keer beter zal uitkomen.

Je bloedsuikerregulatie

De kwaliteit van je bloedsuikerregulatie heeft een belangrijke invloed op je kwaliteit van leven. Wanneer je te hoge bloedsuikerwaardes direct met een aangepaste insulinedosis corrigeert zal je je beter voelen, en zal je de kans op diabetes complicaties verminderen. Als je daarbij tevens te lage bloedsuikerwaarden zoveel mogelijk weet te vermijden is de kans klein dat je een "hypo-unawareness" ontwikkeld waarbij je te lage bloedsuikerwaarden niet meer tijdig voelt aankomen.

Om de kwaliteit van de bloedsuikerregulatie die je met de SugarPal Diabetes Manager applicatie kunt behalen te vergelijken met die van de traditionele 4 maal daagse intensive insulinetherapie zijn beide methodes met behulp van computersimulaties met elkaar vergeleken. Voor de traditionele insulinetherapie is er van uit gegaan dat de basisbehoefte aan langwerkende insuline en de koolhydraatratio's in overleg met je arts zijn vastgesteld en gedurende de looptijd van de simulaties niet meer worden aangepast. Met andere woorden, je werkt met vaste insulinebasislijnen. Voor de SugarPal therapie worden de 4 basisinsulinebehoeftes steeds aangepast op basis van de geconstateerde bloedsuikerafwijkingen. Dit is de dynamische insulinebasislijn optimalisatie. In beide gevallen is de bloedsuikercorrectiefactor rondom zijn "optimale" waarde gevarieerd om het effect op de kwaliteit van je bloedsuikerregulatie te kunnen evalueren.

spreidingspreiding

Resultaten van computersimulaties van de bloedsuikerregulatie. De dynamische insulinebasislijn optimalisatie zoals die standaard door SugarPal wordt gebruikt leidt over een periode van 3 maanden tot vier maal kleinere fluctuaties in de bloedsuikerspiegel dan wanneer met vaste insulinebasislijnen zou worden gewerkt, zoals in de traditionele insulinetherapie. De door SugarPal in de e-mail back-up beschikbaar gestelde correlatiecoëfficiënten kunnen gebruikt worden om te bepalen of gedurende de insulinetherapie de juiste bloedsuikercorrectiefactor is gebruikt.

Bij de computersimulaties is er van uitgegaan dat de resterende eigen insulineproductie volgens een Gaussische "random walk" varieert, net zoals bijvoorbeeld aandelenkoersen. Dit zal daarom ook voor de aanvullend te injecteren insuline het geval zijn. Zelfs wanneer je bijna geen eigen insulineproductie meer hebt is het niet onaannemelijk dat dit nog steeds voor je externe insulinebehoefte het geval zal zijn. De gebruikte bloedsuikercorrectiefactor is genormaliseerd ten opzichte van de waarde die gebruikt is om de insuline en de bloedsuikerwaardes in elkaar om te rekenen. Je kunt de hier gebruikte waarde dus niet zomaar overnemen. Enkele resultaten van deze computersimulaties zijn in de bovenstaande grafieken te zien. De belangrijkste conclusie is dat over een periode van 3 maanden bezien, de dynamische insulinebasislijn optimalisatie, zoals die standaard door SugarPal wordt gebruikt, de fluctuaties in de bloedsuikerspiegel met een factor vier reduceert, vergeleken met de traditionele insulinetherapie, waar met vaste insulinebasislijnen wordt gewerkt. Ook blijkt, hoewel dat niet in de bovenstaande grafieken wordt getoond, dat door de dynamische insulinebasislijn optimalisatie de gewenste bloedsuikerstreefwaarden veel beter worden gehaald.

Om je bloedsuikerspiegelfluctuaties te minimaliseren moet je de juiste bloedsuikercorrectiefactor gebruiken. Om je te helpen beoordelen of dit het geval is berekent SugarPal bij een e-mail back-up de kruis (Cross) correlatiecoëfficiënten tussen je direct opeenvolgende bloedsuikermetingen voor je. Wanneer deze correlatiecoëfficiënten positief zijn betekent dit dat je bloedsuikerspiegelfluctuaties onvoldoende worden gecorrigeerd en je best een wat grotere bloedsuikercorrectiefactor zou mogen gebruiken. Wanneer deze correlatiecoëfficiënten negatief zijn betekent dit dat je bloedsuikerspiegelfluctuaties worden overgecorrigeerd en je beter een wat kleinere bloedsuikercorrectiefactor zou kunnen gebruiken. In de bovenstaande grafieken worden de in de computersimulaties gevonden verbanden tussen deze correlatiecoëfficiënten, de door jouw gebruikte bloedsuikercorrectiefactor, en de te verwachten bloedsuikerspiegelfluctuaties getoond. Het moge duidelijk zijn dat de door SugarPal berekende kruiscorrelatiecoëfficiënten een krachtig hulpmiddel vormen voor het bepalen van je individuele bloedsuikercorrectiefactor, en het optimaal afstellen van je bloedsuikerregulatie. Een bloedsuikercorrectiefactor waarbij de kruiscorrelatiecoëfficiënten rond nul uitkomen is optimaal. Bij gebruik van een te grote bloedsuikercorrectiefactor zal je bloedsuikerregulatie instabiel worden. Je moet hier goed op letten, omdat er maar 30% verschil is tussen de optimale bloedsuikercorrectiefactor en een bloedsuikercorrectiefactor waarbij je bloedsuikerregulatie aan de haal kan gaan. Je herkent deze situatie wanneer de kruiscorrelatiecoëfficiënten tussen de opeenvolgende bloedsuikermetingen kleiner dan -0,5 zijn geworden. Dit is een teken dat je je bloedsuikercorrectiefactor een stukje kleiner moet instellen.

Door de eveneens door SugarPal berekende autocorrelatiecoëfficiënten tussen bloedsuikermetingen van het zelfde type gedaan op opeenvolgende dagen, te vergelijken met de kruiscorrelatiecoëfficiënten, kan je nog meer inzicht in het verloop van je bloedsuikerregulatie krijgen. Alleen wanneer de autocorrelatiecoëfficiënten de kruiscorrelatiecoëfficiënten volgen maakt je optimaal gebruik van de dynamische insulinebasislijn optimalisatie.

Tot slot

SugarPal Diabetes Manager is bedoeld om je te helpen overzicht te houden over je bloedsuikerregulatie door op een gemakkelijke manier je bloedsuikerwaarden en insulinedoseringen voor je bij te houden. De berekende insulinedoseringen en verwachte bloedsuikerwaarden zijn gebaseerd op algemeen geaccepteerde inzichten omtrent de invloed van de geconsumeerde koolhydraten in de maaltijden en van fysieke inspanning op de bloedsuikerwaarden. Je moet hiervoor wel zelf de juiste persoonlijke instellingen kiezen. Dit zal enig experimenteren vereisen. Gebruik geen insulinedoseringen die buiten de met je diabetesbehandelaar afgesproken grenzen vallen en houd er rekening mee dat de applicatie tijdens de eerste dagen van gebruik en na het aanpassen van je instellingen onjuiste dosisadviezen kan geven. Verder kunnen er zich altijd situaties voordoen waarin deze applicatie niet voorziet en je beter op je gezond verstand of op professioneel medisch advies kunt vertrouwen. Deze applicatie kan dan ook geen professionele medische begeleiding vervangen. Zorg er voor dat je weet wat je doet en overleg bij twijfel altijd met je arts of diabetesbehandelaar.

Disclaimer

Door SugarPal Diabetes Manager te gebruiken, ga je er mee akkoord zelf de volledige verantwoordelijkheid voor je bloedsuikerregulatie te nemen, en ga je ermee akkoord dat SugarPal en zijn ontwikkelaar niet aansprakelijk gehouden kunnen worden voor de mogelijke directe of indirecte gevolgen van alle resultaten die worden berekend door de applicatie.

Privacybeleid

Jouw privacy is belangrijk. Daarom worden alle medische gegevens die je in de applicatie invoert alleen op je eigen iPhone opgeslagen, en, indien je dit hebt ingeschakeld, als versleutelde kopie op Apple's iCloud servers. Het is helemaal aan jou om te beslissen of je een recente selectie van bloedsuikerspiegels en insuline waarden via e-mail wilt delen met je arts. SugarPal verzamelt en verstuurt geen informatie over zijn prestaties, gebruik, of eventuele fouten in de achtergrond, behalve datgene waarvoor je Apple misschien toestemming hebt gegeven als onderdeel van zijn appverbeterprogramma.